Karin van Driel
Ik noem je Míu
Kalli, een jonge vrouw – eigenlijk een meisje nog – groeit op in het jaar 500 na Christus, in de omgeving Xi’an, China. Haar leven is eenvoudig: werken, eten, slapen. Liefde krijgt ze nauwelijks, behalve van haar grootouders. Zij voeden haar met kennis, leren haar vaardigheden die verder reiken dan het alledaagse. Het is ook dankzij hen dat ze in aanraking komt met de Shaolin-monniken.
Op een dag besluit ze weg te lopen van huis. Ze trekt de natuur in en ontmoet Jee. Het is niet zomaar een ontmoeting. Ondanks hun verschillende achtergronden, voelen de twee jonge vrouwen een onverklaarbare, bijna magische connectie.
In de periode die volgt, leert ze wat het betekent om écht vrij te zijn en ontdekt ze dat haar werkelijke innerlijke kracht schuilt in haar kwetsbaarheid.
Een verhaal dat zich eeuwen geleden afspeelde, maar perfect in deze tijd past.
Hardcover 240 p. | €19,95


Mijn inspiratie voor de kinderboeken komt uit mijn jeugd, maar bij mijn debuutroman verliep het anders. Het idee om een verhaal te schrijven over een meisje dat de vechtkunst bij de Shaolin-monniken brengt, droeg ik lang bij me.
Het was pas na een bijzondere ontmoeting dat ik echt begon te schrijven. Het leek alsof verschillende levens op dat moment samenkwamen in een soort kosmische samensmelting. Het was een reis die zowel fantastisch als onontkoombaar was.
Ik ben aangesloten bij For All Roses, een collectief van kunstenaars en schrijvers.